Wie zijn die mensen?

Jo Ritzen - 20 februari 2023

In het zicht van 1 maart, wanneer de mogelijkheid om de petitie te tekenen stopt, vragen we ons af wie de mensen zijn, die getekend hebben. Daar hebben we een beeld van door gesprekken en gemail met vrienden, kennissen en vreemden, die vaak wel, maar soms ook niet wilden tekenen. Maar we hebben ook een prachtige bron van informatie, namelijk de enquête die onder de eerste groep van vierduizend ondertekenaars werd gehouden.

De enquête was zo ingericht dat het mogelijk was om de ondertekenaars te vergelijken met de Nederlandse bevolking in het algemeen, voor zover meegenomen in het Europese Sociale Onderzoek (ESO) dat tussen 2020 en midden 2022 werd gehouden. In deze tweejaarlijkse enquête wordt gevraagd naar objectieve kenmerken van mensen, maar ook naar hun houdingen naar de politiek, zoals het vertrouwen in de politiek.

Zijn de ondertekenaars representatief voor de Nederlandse bevolking? Nee, dat kun je zo niet zeggen. Volwassenen die niet in Nederland geboren zijn (8% volgens het ESO) hebben veel minder de petitie getekend (namelijk 2%). Dat was geen verrassing voor ons, initiatiefnemers. Al in de voorfase bleek het veel moeilijker om niet in Nederland geborenen te interesseren om als koploper mee te doen, ook al was er sympathie of zelfs steun voor de petitie. Daaruit leiden we af dat de kans dat de petitie onder niet in Nederland geborenen zou circuleren kleiner was dan onder in Nederland geborenen, zelfs als ze onderdeel vormden van de kring van mensen met een hoog maatschappelijk profiel (waarin de koplopers werden gezocht).

Van de ESO ondervraagden was 49% vrouw. Het valt tegen dat slechts 22% van de ondertekenaars vrouw is, maar het leek er wel aan te komen in de voorronde voordat de mogelijkheid om te stemmen was geopend. Bij het benaderen van personen voor de “kopgroep” is nadrukkelijk gestreefd naar een evenwicht mannen/vrouwen. Vrouwen in vergelijkbare posities en met vrijwel gelijke opvattingen over het verhogen van de kiesdrempel waren minder geneigd met naam en toenaam vermeld te worden op de website als ondersteuner van ons initiatief. Toch zal het vooral met de netwerken van de initiatiefnemers te maken hebben dat vrouwen ondervertegenwoordigd waren bij de eerste 4000 ondertekenaars.

De petitie-stemmers waren gemiddeld met 65 jaar nogal wat ouder dan de ESO respondenten (49 jaar), ondanks pogingen van een aantal enthousiaste studenten in Maastricht, Eindhoven, Tilburg en Amsterdam. Dit zal ook zeker te maken hebben met de netwerken van de initiatiefnemers, waarin de gemiddelde leeftijd ook (wat) hoger is dan die van het ESO.

Kerkelijk waren “kiesdrempelverhogers” iets minder (met 20%) dan de respondenten van het ESO (26%). Dat vertaalt zich in gemiddeld minder vertrouwen in de overheid en de politiek, zoals in ander onderzoek blijkt.

De genoten opleiding van de kiesdrempelverhogers was iets lager met 20% met een masteropleiding, tegen 25% van de ESO respondenten, terwijl de inkomens: van kiesdrempelverhogers iets hoger liggen dan de gemiddeld Nederlander: 21% van de kiesdrempelverhogers heeft een inkomen van minder dan modaal, terwijl dat bij het ESO 36% is. 18% heeft een inkomen groter dan twee keer modaal. Dat is bij het ESO 14%.

Waar we vooral nieuwsgierig naar waren was het vertrouwen in mensen en in de overheid van te vergelijken tussen degenen die de petitie hebben ondertekend en de ESO respondenten. Die blijken aardig met elkaar overeen te komen. Op een schaal van 0-10 was het vertrouwen in mensen van de respondenten in het ESO 6,5 (met een standaarddeviatie van 1,8) en van de kiesdrempelverhogers 6,7 met een standaarddeviatie van 1,6). Dus redelijk dicht bij elkaar.

Daarentegen was het vertrouwen in het Parlement van de ESO respondenten groter (met 5,8 op de schaal van 1-10, en een standaardafwijking van 2,0) dan dat van kiesdrempelverhogers (5,3 met een standaardafwijking van 2,0). Is dit dus de reden voor de kiesdrempelverhogers om de petitie te steunen? Wellicht, al moet er ook bij betrokken worden dat de kiesdrempelverhogers hun vertrouwen in het parlement aangaven eind 2022/begin 2023, terwijl het ESO tussen 2020 en midden 2022 het vertrouwen peilde. Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) is tussen 2020 en eind 2022 het vertrouwen in het Parlement iets gedaald. Volgens de Burgerperspectieven daalde dit van 56% in juli-oktober 2021 naar 52% in juni 2022 bij een eenvoudige ja/nee vraag (wel of geen vertrouwen), dus met 8 procentpunten, ongeveer evenveel als de daling tussen ESO en kiesdrempelpetitie. Voorzichtig zouden we dus kunnen stellen dat de kiesdrempelaars niet zo heel erg afwijken van de gemiddelde Nederlander waar het gaat over het vertrouwen in de overheid.

Dat geldt ook voor de politieke oriëntatie van de kiesdrempelverhoger vergeleken met die van het ESO. De politieke oriëntatie vertoont natuurlijk onder de bevolking een veelvormigheid. Op de schaal: links / rechts (0 is het meest links, 10 het meest rechts) blijken Nederlanders gemiddeld rechts te staan van het midden (5,1 met een standaardafwijking van 2,1), terwijl de kiesdrempelverhogers juist iets links staan van het midden (4,7 met een standaardafwijking van 2,0). Dat is opvallend, omdat in de publieke discussie juist vaak midden partijen positief lijken te staan ten opzicht een verhoging van de kiesdrempel.

Een algemene conclusie is dat degenen die de petitie om de kiesdrempel te verhogen een redelijke afspiegeling vormen van dat deel van de bevolking dat zich roert in burgerparticipatie.

Jo Ritzen, 15/02/2023

U heeft nog tot 1 maart de mogelijkheid om de petitie te ondertekenen! Teken de petitie